Huisvlieg

De huisvlieg heeft vier levensfasen, waaronder ei, larve, pop en adult. Eenmaal gepaard leggen vrouwtjesvliegen hun eitjes in organisch afval of in uitwerpselen van dieren. Larven komen na een paar uur (ongeveer 8-16 uur) na het leggen uit de eieren en ontwikkelen zich snel. De larven migreren naar een drogere plek voor verpopping waar de transformatie van larve naar volwassen vlieg zal plaatsvinden. Het duurt meestal tussen de 2-10 dagen voordat de volwassen vlieg tevoorschijn komt. Een paar dagen na uitkomst zijn de vrouwtjesvliegen klaar voor reproductie. Ze leggen tijdens hun leven niet meer dan vijf keer eieren en leggen per keer ongeveer 120-130 eieren. Volwassen vliegen leven normaal gesproken tussen de 15-25 dagen.

Ei: ongeveer 1,2 mm lang, banaanvormige, witte tot crèmekleurige eieren en worden in clusters gelegd.

Larve: 3 tot 9 mm lange, slanke, witte, pootloze maden.

Pop: 8 mm lang, variëren in kleur van lichtgeel, oranje, lichtbruin en donkerbruin naarmate ze ouder worden.

Adult: 6–9 mm lang, roodachtige ogen en sponzige monddelen, vier donkere strepen in de lengterichting op hun rug.

Huisvliegen voeden en reproduceren op een verscheidenheid van menselijke voedingsmiddelen, huisvuil en organisch afval. Ze planten zich voort in het verrotte, fermenterende of rottende organische materiaal en dierlijke uitwerpselen, maar zelden op vlees of aas.

Huisvliegen hebben speciale mondstructuren waardoor ze alleen oplosbaar voedsel kunnen consumeren. Ze gebruiken hun speeksel om het vaste voedsel te bevochtigen en op te lossen voordat het wordt ingenomen. Overdag als ze niet eten en 's nachts rusten huisvliegen op het oppervlak van muren, plafonds, vuilnisbakken en gras, zowel binnen als buiten. Ze blijven meestal boven de grond, maar zelden hoger dan 5 meter.